De voorzieningenrechter in Amsterdam heeft in oktober 2020 een interessant vonnis gewezen over licentievoorwaarden en het mededingingsrecht, zie ECLI:NL:RBAMS:2020:4908). In de onderhavige zaak ging het om een geschil tussen IBTT, een onderneming die zich bezighoudt met het ontwerpen en produceren van pluche knuffels voor verschillende merken, en Dromenjager, de merkhouder van Woezel & Pip. Dromenjager verleent licenties aan partijen die Woezel & Pip-producten op de markt brengen. Tussen IBTT en Dromenjager is een licentieovereenkomst gesloten. Op basis van die overeenkomst is het IBTT verboden producten aan bepaalde retailers waaronder Kruidvat te verkopen. Ook mag IBTT geen kortingen geven zonder toestemming van Dromenjager en zijn kortingen door Dromenjager gemaximeerd.
IBTT vorderde om Dromenjager te veroordelen de verkoop van producten via bijv. Kruidvat toe te staan, aangezien voornoemde bepalingen in de licentieovereenkomst in strijd zijn met het Nederlands en Europees mededingingsrecht. Dat was de rechter geheel met IBTT eens: Verticale prijsbinding en klantbeperkingen in licentieovereenkomsten zijn inderdaad in strijd met het mededingingsrecht, zo oordeelt de rechter, en dus nietig. Dat is een hardcore beperking en die zijn niet toegestaan. Neem dus geen artikelen over prijsvoorschriften en klantenbeperkingen op in uw overeenkomsten!
Meer weten: neem contact op met Annelies ten Hove, ath@tenhoveadvocatuur.com