In juni 2021 zijn er belangrijke wijzigingen in het auteurscontracten recht gekomen. Dat is de relatie tussen de maker van een auteursrechtelijk beschermd werk met een exploitant, zoals een uitgever, waardoor deze exploitant het werk mag exploiteren en hier geld mee verdient. De bedoeling was om de onderhandelingspositie van de makers te versterken.
Die betere onderhandelingspositie moet o.a. worden bereikt met een zogenoemde ‘transparantieplicht’. Deze transparantieplicht treedt in werking per 7 juni 2022, maar geldt dan wel onmiddellijk en voor alle op dat moment bestaande overeenkomsten. Pas als er geen sprake meer is van exploitatie stopt die informatieplicht. Exploitanten van auteursrechtelijk beschermd materiaal worden dan verplicht om makers – zoals auteurs en muzikanten- op de hoogte te houden van de wijze waarop hun werk geëxploiteerd wordt. Daarnaast moeten zij makers informeren over de inkomsten uit exploitatie en de te betalen vergoeding.
Daarnaast is er nu een extra bescherming voor persuitgevers. Materiaal uit persuitgaves, bijvoorbeeld krantenartikelen, mag voortaan niet zomaar meer worden gebruikt op bijvoorbeeld digitale nieuwsservices, zoals Google News. De gebruiker moet daarvoor toestemming hebben. Voor die toestemming moet hij betalen. Dat duurt 1 jaar nadat het materiaal is openbaar gemaakt. De bescherming geldt niet voor hele kleine stukjes of hyperlinks.
Deze wijzigingen ten gunste van auteurs en uitvoerende kunstenaars zijn voorts:
– een recht op een passende (billijke) vergoeding (art. 18);
– een recht op een aanvullende billijke vergoeding, indien de overeengekomen betaling “onevenredig laag” blijkt te zijn (art. 20)
– toegang tot vrijwillige alternatieve geschillenbeslechting (art. 21); en
– een recht op intrekking van licenties of overdrachten wanneer er sprake is van “gebrekkige exploitatie” (art. 22).