De rechtbank Rotterdam heeft op 9 maart 2022 een interessant vonnis gewezen. De zaak ging om het volgende.
Medical heeft met E2C afgesproken dat E2C het vervoer van de mondkapjes naar Italië zou verzorgen. De mondkapjes zijn niet in Italië aangekomen. Dit betreft een tekortkoming aan de zijde van E2C waardoor Medical schade lijdt. E2C dient daarom – volgens Medical _ de reeds betaalde koopprijs van de mondkapjes à € 90.000,- terug te betalen aan Medical. Het geschil betreft dus een koopovereenkomst van roerende zaken tussen partijen die in verschillende staten gevestigd zijn. Zowel Nederland als Italië zijn Verdragsluitende Staten in de zin van artikel 1 lid 1 van het Verdrag der Verenigde Naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken (hierna: Weens Koopverdrag). Partijen hebben toepassing van het Weens Koopverdrag niet contractueel uitgesloten. Het Weens Koopverdrag is daarom van toepassing.
Omvat de koopovereenkomst tevens het vervoer? Gelet op artikel 30 Weens Koopverdrag rustte op E2C de verplichting de mondkapjes af te leveren. Artikel 31 Weens Koopverdrag specificeert wat de verplichting tot aflevering inhoudt in verschillende situaties. Om vast te stellen van welke situatie sprake is, moet allereerst de vraag worden beantwoord of de koopovereenkomst tevens het vervoer van de zaken omvat. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend.
E2C voert aan dat zij op basis van de koopovereenkomst niet gehouden was het vervoer van de mondkapjes te regelen en dat zij hiervoor ook niet heeft betaald. Daarom zou volgens E2C het vervoer geen onderkoopdeel uitmaken van de overeenkomst. De rechtbank is van oordeel dat niet relevant is of E2C op basis van de koopovereenkomst gehouden was zorg te dragen voor het vervoer van de mondkapjes naar Italië. Vast staat dat E2C op 30 maart 2020 een onafhankelijk derde heeft ingeschakeld om het vervoer naar Italië te regelen. E2C heeft dus uiteindelijk het vervoer daadwerkelijk geregeld en hiermee is het vervoer onderdeel geworden van de koopovereenkomst.
Artikel 67 lid 1 Weens Koopverdrag regelt dat het risico overgaat op de koper wanneer de zaken aan de eerste vervoerder worden afgegeven ter verzending aan de koper in overeenstemming met de overeenkomst. Gelet op lid 2 van het voornoemde artikel dienen de zaken duidelijk bestemd te zijn tot uitvoering van de overeenkomst door merktekens, door verzendingsdocumenten, door kennisgeving aan de koper of anderszins.
De rechtbank stelt vast dat op 30 maart 2020 de mondkapjes zijn afgegeven aan een vervoerder en er een vrachtbrief is afgegeven. Daarnaast heeft E2C Medical op 30 maart 2020 geïnformeerd over de verzending. De rechtbank is van oordeel dat met het afgeven van de zaken aan de vervoerder het risico is overgegaan op Medical. E2C kan voor verlies of schade ontstaan na het moment van afgifte aan de vervoerder of hulppersoon niet meer aansprakelijk worden gesteld, tenzij het verlies of de schade te wijten is aan een handeling of nalatigheid aan de zijde van E2C, aldus artikel 66 Weens Koopverdrag. Dat laatste is gesteld noch gebleken. De vorderingen van Medical worden afgewezen.
Let er als koper dus op dat indien u niets afspreekt over het toepasselijke recht, na afgifte van de goederen door de verkoper aan een vervoerder – de verkoper niet meer aansprakelijk kunt stellen, ook al wordt het vervoer niet door u betaald.