Dat het verschil van belang is, leert de uitspraak van de Voorzieningenrechter d.d. 14 juni 2022 van de Rechtbank Noord Holland.
De rechtbank stelt dat de kwalificatie van een distributieovereenkomst afhangt van de omstandigheden van het geval, zoals een langdurige handelsrelatie, de aanduiding als distributeur door partijen zelf, deelname aan de commerciële strategie van de fabrikant, in het bijzonder aan reclameacties, een exclusieve samenwerking, de mate van overleg tussen partijen, prijsafspraken, of een minimumafnameplicht en de verplichting om afzet te bevorderen. Een serie van opvolgende koopovereenkomsten betekent dus niet per definitie dat sprake is van een distributieovereenkomst. Daarvoor is meer nodig.
Het verschil is van belang. Eerstens is doorgaans voor de beëindiging van een distributieovereenkomst een redelijke termijn vereist. Bij een koopovereenkomst niet. Daarnaast speelt het tevens een rol bij de bepaling van de bevoegdheid van de rechter. Bij een koopovereenkomst is de rechter van de plaats van levering bepalend, terwijl bij een distributieovereenkomst de distributie bepalend is. Een distributeur kan dan meestal bij de rechter in zijn eigen land terecht, terwijl de koper dat niet kan.