Soms verkeer je in bewijsnood omdat het bewijs in handen is van de wederpartij. Art. 843a Rv biedt daar een oplossing voor. Rechtbank Midden Nederland heeft over deze kwestie een vonnis gewezen dat is gepubliceerd op 22 mei 2023:
Eiseres is een softwarebedrijf dat software op het gebied van Enterprice Resource Planning ontwikkelt. De gedaagde was CEO van een bedrijf dat tot medio 2013 optrad als wederverkoper van de software van eiseres . Eiseres ontdekte dat onrechtmatig gebruik wordt gemaakt van haar software. Haar licentiesysteem wordt omzeild door de systeemdatum handmatig terug te zetten. Daardoor breekt de datum van verstrijken van de licentie nooit aan en wordt de licentie dus feitelijk verlengd zonder dat de gebruiker hiervoor betaalt. Eiseres vermoedde dat gedaagde hierbij een rol heeft gespeeld en overweegt de schade die zij hierdoor lijdt op de betrokken partijen te verhalen. Om de informatie die hiervoor relevant kan zijn veilig te stellen heeft eiseres conservatoir bewijsbeslag gelegd op diverse digitale data van gedaagde. Eiseres vorderde in de procedure dat gedaagde inzage dient te geven in de in beslag genomen documenten. Ook vorderde eiseres betaling van de kosten van deze procedure.
De rechtbank is van oordeel dat gedaagde inzage in en afschrift van de in beslag genomen informatie moet verlenen. Het doel dat eiseres met het inzageverzoek heeft is naar het oordeel van rechtbank duidelijk: Eiseres wil de informatie gebruiken om haar rechtspositie te bepalen en haar bewijs in een voorgenomen procedure over de inbreuk op haar auteursrecht veilig te stellen. De vordering van eiseres was gebaseerd op artikel 843a, lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Daarin is bepaald onder welke omstandigheden de ene partij aanspraak heeft op inzage, afschrift of uittreksel van informatie die de andere partij onder zich heeft. Toepassing van deze exhibitieplicht vereist dat de eiser hiervoor een rechtmatig belang heeft, dat de bescheiden voldoende bepaald zijn en dat sprake is van een rechtsbetrekking waarbij de eiser partij is. Het is aan [eiseres] om hiervoor de nodige feiten te stellen. In dit geval kon eiseres met succes aanspraak maken op art. 843a B Rv.