Als iemand schade veroorzaakt, bijvoorbeeld doordat hij een contract niet nakomt, kan dat voor de benadeelde ook een ‘voordeel’ opleveren. Denk aan vrijgekomen werkcapaciteit die hij aanwendt voor nieuwe contracten of van een derde partij ontvangen boete. Kan de partij die in eerste instantie de schade veroorzaakte, betogen dat de schadevergoeding moet worden verminderd met dergelijk voordeel voor de benadeelde? Ja, dat kan, zo stelt in de HR in zijn arrest van 29 juni 2018.
Bij de beoordeling van een beroep op voordeelstoerekening (art. 6:100 BW) gaat het erom dat genoten voordelen, voor zover dat redelijk is, mede in aanmerking behoren te worden genomen bij de vaststelling van de te vergoeden schade. Daarvoor is allereerst vereist dat tussen de normschending en de gestelde voordelen een condicio sine qua non-verband bestaat, in die zin dat in de omstandigheden van het geval sprake is van een voordeel dat zonder de normschending niet zou zijn opgekomen. Voorts dient het met inachtneming van de in art. 6:98 BW besloten maatstaf redelijk te zijn dat die voordelen in rekening worden gebracht bij de vaststelling van de te vergoeden schade. Als aan die voorwaarden is voldaan, kan het voordeel in mindering worden gebracht op de schadevergoeding.
Meer weten: neem contact op met Annelies ten Hove, ath@tenhoveadvocatuur.com