De nieuwe wet bevat drie hoofdonderdelen:
1. Verbetering rechtspositie flexwerkers (in werking 1 januari 2015)
Flexwerkers krijgen na twee (was drie) jaar een vast dienstverband. Tijdelijke contracten van maximaal zes maanden mogen geen proeftijd bevatten. Dat geldt ook voor een aansluitend contract. In tijdelijke contracten mag alleen in bijzondere omstandigheden een concurrentiebeding staan. Bij een contract voor bepaalde tijd van zes maanden of langer dat automatisch eindigt, moet de werkgever uiterlijk een maand voor het einde van het contract schriftelijk aan de werknemer berichten of het wordt verlengd (aanzegplicht).
2. Herziening ontslagrecht en ketenbepaling (in werking 1 juli 2015)
Er komt één vaste procedurele route: ontslag om bedrijfseconomische redenen en wegens langdurige arbeidsongeschiktheid gaat altijd via het UWV en ontslag om andere redenen gaat via de kantonrechter. Werknemers die ten minste twee jaar in dienst zijn geweest, krijgen recht op een transitievergoeding (voor bijvoorbeeld omscholing). Voor kleine bedrijven komt er een overgangstermijn: zij mogen tot 2020 een lagere ontslagvergoeding betalen als zij personeel gedwongen moeten ontslaan vanwege een slechte financiële situatie. De ontslagvergoeding wordt maximaal € 75.000 of – als dat meer is – een jaarsalaris.
3. Inkorting WW (in werking stapsgewijs 2016-2019)
De maximale wettelijke duur van de WW wordt van 1 januari 2016 tot 2019 stapsgewijs teruggebracht van 38 naar 24 maanden. Bij cao kan de duur weer tot maximaal 38 maanden worden aangevuld. Van mensen die langer dan een halfjaar in de WW zitten, wordt verwacht dat ze al het beschikbare werk aanvaarden. Het loon wordt zo nodig aangevuld tot WW-niveau.
STATUS Wetsvoorstel 33 818 is op 14 juni 2014 tot wet verheven.
IN WERKING Op verschillende data.
Bron: Advocatenblad januari 2015. Meer weten: Neem contact op met ath@tenhoveadvocatuur.com